Je wordt geboren, leeft een poosje en gaat dood. Je hele leven is een aaneenschakeling van ervaringen in allerlei kleuren: van fijn tot niet fijn, van verdrietig tot vreugdevol, van boos tot blij.

Je wil toch gewoon gelukkig zijn?

Je tracht liefde, troost en geborgenheid te vinden: in een relatie, in geld, in een mooi huis. Maar hoe mooi en prettig ook – als je het al voor elkaar krijgt – dit geluk is zo fragiel, het kan je ieder moment ontvallen.

Ja, zo is het leven nu eenmaal.

Misschien is jouw leven zo. Altijd ben je op zoek naar geluk, naar vervulling buiten je, in een voortdurende poging angst en eenzaamheid af te weren. Deze hunkerende dynamiek stuurt je leven aan. Je bent steeds bezig de voorwaarden te scheppen die garant moeten staan voor je geluk. Dit streven is dan ook een voedingsbodem voor het ontwikkelen van weerstand, je wil om te controleren en je drang tot perfectie.

Dat klopt wel.

Wat je over het hoofd ziet is dat het project ‘ik wil gelukkig worden’ gebaseerd is op een essentieel misverstand: het toekennen van realiteit aan ‘ik’ zelf.

Met deze overtuiging heb je jezelf buiten de totaliteit van het leven geplaatst. Je ervaart een onderscheid tussen ik en de ander, tussen ik en de rest van de wereld, of ik en de natuur. Het fragment ‘ik’ is altijd zoekend naar heelheid, in welke vorm dan ook. De meeste mensen zijn zich niet bewust van deze splijting, maar zodra je deze dynamiek stillegt, besef je de schrale eenzaamheid van je leven.

De aanname ‘ik’ lijkt zo waar te zijn, je zou zweren dat je iemand bent. Maar iedere mysticus en iedere quantumfysicus zal je zeggen dat dit enkel een veronderstelling is. Voordat dit idee er maar kan zijn ben Jij – je ware aard, volkomen in zichzelf. Deze is alleen maar verhuld door je geclaimde identiteit en je gedachtegoed dat je voor waar aanneemt.

Zie dat dit ik-besef een aanname is, een gedachte. Zie dat alle gedachtes in wezen leeg zijn. Zij hebben betekenis noch inhoud.

Is dat niet heel kaal?

Je hebt geen enkele overtuiging nodig om het leven in alle glans te leven.

Altijd is er dat licht – dat mysterieuze licht – dat jou en al je levenservaringen verlicht. In je hart woont dat licht dat je pijn, plezier en eenzaamheid verlicht, dat dag en nacht en licht en donker verlicht.

Keer om, keer naar binnen en realiseer je dat je deze schittering bent – vrij, onaantastbaar en volkomen in zichzelf.

In essentie verwijzen alle godsdiensten naar dit universele geheim, ingebed in hun eigen cultuur en traditie. Het is een open geheim, enkel versluierd door vaste ideeën, aannames en conclusies, voor iedereen te ontdekken.

Of je christen, boeddhist of moslim bent of helemaal nergens in gelooft, dit licht doorschijnt alles en allen. Daar kun je niets voor doen en daar hoef je niets voor te geloven. In het licht van deze schittering zijn er gelovigen noch ongelovigen. Geef het de kans zich aan jou te openbaren en klem je niet langer vast aan allerlei ideeën die je nota bene zelf verzonnen hebt of van anderen overgenomen.

Maar ik ben zo bang om los te laten.

Waar moet je je nou toch aan vasthouden? Aan je opvoeding, je verdriet, je schuld en zonde, je depressie, je nieuwe keuken? Je vermeende tekort, je negativiteit, je oordelen, je gelijk? Blijf je jezelf gevangen houden in je gedachten, in je zelf gesponnen web? Wat doe je jezelf aan?

Als ik dat loslaat is er niets.

Ontdek maar wat dat is: n-iets. Voorafgaand aan niets ben Jij – zichzelf kennend als onkenbaar.

Ik wil niet dood gaan.

Wat je denkt dat je bent gaat dood. Je gedachtegoed is niet meer dan een verzameling voorbij drijvende plaatjes, aan elkaar geplakt met het geheugen. Heb de moed om je ideeën niet meer zo serieus te nemen en te erkennen dat ze eigenlijk niets om het lijf hebben. 

Perk je niet langer in. Laat al je ideeën en gevoelens door je heen waaien. Laat het hele leven door je heen waaien. Wees niet langer een bedelaar van het bestaan, hunkerend naar vervulling, zoekend naar het gemiste stuk in de vorm van liefde, troost, controle of bescherming. Het gemiste stuk ben jij – op zoek naar verlichting.

Wat nu? Blijf je je leven opvullen om het ongemakkelijke besef van afgescheidenheid bedekt te houden? Wil je gebukt blijven gaan onder zorgen en angsten? Kom je ooit aan je echte leven toe? Waar is je lichtheid? Waar is je onschuld? Jij hebt dit zelf toegedekt, dus jij kunt dit ook zelf ont-dekken. Je zult het vinden in je hart. Geef het een kans en wees bereid te ontvangen: wat je bent is stralend en vrij, ongeboren – altijd aanwezig – overal en ook hier.

Dit is een tekst uit het boek ONTWAAK.